Fysiotherapie Miltenburg - fysiotherapie, manuele therapie, bekkenfysiotherapie
055 - 534 45 51

Informatie voor verwijzers

Huisartsen en specialisten worden regelmatig geconfronteerd met mannen, vrouwen en kinderen met klachten in het bekkengebied. Naast medicamenteuze of chirurgische interventies is bekkenfysiotherapie één van de behandel-mogelijkheden. Het is een bewezen effectieve therapie.
Patiënten die in aanmerking komen voor bekkenfysiotherapie worden verwezen door huisartsen, medisch specialisten (met name urologen, gynaecologen, gastro-enterologen, colorectaal chirurgen, proctologen, arts/seksuologen, kinderartsen, internisten), psychologen/seksuologen of op voorstel van verloskundigen en incontinentieverpleegkundigen.

NVFB

De NVFB is een door het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) erkende Specialisten vereniging. Geregistreerde bekkenfysiotherapeuten hebben na de 4 jarige HBO-opleiding Fysiotherapie een 3-jarige Post-HBO opleiding Bekkenfysiotherapie gevolgd. De bekken-fysiotherapeut staat geregistreerd in het Centraal Kwaliteitsregister (CKR) van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). Om in dit register vermeld te blijven dient de bekkenfysiotherapeut jaarlijks aan een aantal criteria te voldoen, waaronder bij- en nascholing.

Zie ook: defysiotherapeut.com

Bekkenfysiotherapeuten zijn zowel therapeutisch als diagnostisch breed opgeleid op het gebied van:
  • het urogenitaal systeem
  • het gastro-intestinaal systeem
  • het houding- en bewegingssysteem van lage rug, buik en bekken
  • seksuele problematiek gerelateerd aan functiestoornissen in de
  • bekkenbodem en de hierboven genoemde systemen
  • obstetrie en zwangerschapsgerelateerde klachten

Indicaties

De bekkenfysiotherapeut houdt zich bezig met preventie en met voorlichten, coachen, begeleiden en behandelen bij:
  • urine incontinentie (stress-urgency-gemengd)
  • verhoogde mictiefrequentie
  • moeizaam kunnen plassen
  • fecale incontinentie
  • obstipatie
  • prolapsen (descensus uteri, rectocèle, cystocèle)
  • pijn in de onderbuik, t.p.v. de bekkenbodem, rond de anus of de geslachtsdelen
  • prostatodynie
  • seksuele problematiek zoals vaginisme, dyspareunie, erectiele disfunctie als gevolg van bekkenbodemfunctiestoornissen
  • pré- en post operatief bij chirurgische interventies in het kleine bekken
  • bekkenpijn en daaraan gerelateerde lage rugklachten door bijvoorbeeld zwangerschap en/of bevalling.
  • bekkenpijn en lage rugklachten door andere oorzaken dan zwangerschap of bevalling
     

Diagnostiek

Naast anamnese, analyse van mictielijsten, vezel- en vochtintake en lichamelijk onderzoek hebben bekkenfysiotherapeuten de mogelijkheden van:
  • inwendig onderzoek van de bekkenbodem. De diagnostische meerwaarde hiervan is het inzichtelijk maken van de coördinatie, kracht en relaxatie van bekkenbodem
  • vaginale- en anale myofeedback ter beoordeling van onder andere coördinatie en tonus
  • rectale ballon: meten van sensibiliteit en aandranggevoel
     
Een geregistreerd bekkenfysiotherapeut is speciaal opgeleid om een inwendig onderzoek te doen, zowel vaginaal als anaal. Niet een onderzoek zoals de gynaecoloog of uroloog dat doet, maar een inwendig onderzoek dat erop gericht is het functioneren van het bekken, de bekkenbanden en de bekkenbodem helder te maken.

Wanneer de patiënt(e) er bezwaar heeft zal de bekkenfysiotherapeut zoeken naar andere (minder belastende) mogelijkheden uw bekken en bekkenbodem te onderzoeken. Er wordt volgens strenge hygiënische protocollen en richtlijnen gewerkt.

Bij inwendig onderzoek wordt eerst met een vaginaal of rectaal toucher gecontroleerd of de patiënt in staat is de bekkenbodem aan te spannen en wat er gebeurt bij hoesten en persen. Je kunt bijvoorbeeld zien of iemand urine verliest of dat er een verzakking is en hoe erg. Of juist dat tijdens persen de bekkenbodem aanspant in plaats van ontspant. Tijdens het onderzoek krijgt de patiënt uitleg over plaats en functie van de bekkenbodem en leert hoe hij of zij de juiste spieren kan aanspannen, bijvoorbeeld op momenten waarop de druk in de buik verhoogd is. Vervolgens kan er een EMG gemaakt worden om rusttonus, kracht, coördinatie en uithoudingsvermogen van de bekkenbodem te meten. Het EMG wordt ook als biofeedback-instrument tijdens het oefenen gebruikt. Zo kun je patiënten laten zien wanneer en in welke mate ze de bekkenbodem aanspannen en ontspannen. Eventueel in combinatie met elektrotherapie. Bij mensen met weinig spiergevoel of een verzwakte bekkenbodem kun je de bekkenbodemspieren hiermee stimuleren, in aanvulling op actieve oefentherapie. Bij patiënten met een overactieve bekkenbodem kan een sederende stroombehandeling juist helpen de bekkenbodem te leren ontspannen.

Rectale ballontraining bij ontlastingsverlies

Bij mensen met ontlastingsverlies gaat het erom, dat de patiënt steeds een beetje meer lucht in de oefenballon kan vasthouden. Op deze manier neemt de hoeveelheid ontlasting die ze kunnen vasthouden mogelijk ook toe en zal het verlies afnemen. Daarnaast spelen bekkenbodemoefeningen een belangrijke rol.

Ontlastingsverlies kan sociaal zeer beperkend zijn. De bekkenfysiotherapeut kan iemand met ontlastingsverlies ook doorverwijzen naar de incontinentie-verpleegkundige voor het leren gebruiken van een anale tampon of om het darmkanaal te leren spoelen. Wanneer men de darm adequaat kan afsluiten met behulp van een tampon of goed kan schoonspoelen neemt het verlies ook af en worden de sociale beperkingen ook minder.

Rectale ballontraining bij obstipatie

Bij mensen met obstipatie kun je trainen op het leren herkennen van vulling van de endeldarm en het leren herkennen van drang. Ook de juiste manier van ontlasten kan worden geoefend. Veel mensen blijken namelijk paradoxaal te persen. Dit betekent dat zij tijdens het persen hun anale kringspier (deel van de bekkenbodem) gesloten houden terwijl deze juist moet ontspannen. In 60 procent van de gevallen van obstipatie is er sprake van zo'n paradoxaal persgedrag. Met bewustwordingsoefeningen, ontspanningsoefeningen en een verbetering van het toiletgedrag, zijn zij vaak al een enorm stuk geholpen.

Na het diagnostisch proces wordt de bekkenfysiotherapeutische diagnose gesteld, waarna aan de hand van de geformuleerde behandeldoelen in overleg met de patiënt een behandelplan wordt opgesteld. Evaluatie en zo nodig bijstelling van de behandeling vindt regelmatig plaats.

Behandelmogelijkheden

Informatie en uitleg met betrekking tot het klachtenpatroon: op gebied van urologie, gynaecologie, gastro-enterologie en seksuologie.

Advies over:
  • mictie- en defecatiehouding, -gedrag
  • hygiëne
  • voeding en vochtinname
  • belasting/belastbaarheid
  • eventuele ondersteunende hulpmiddelen
Oefentherapie:
  • bewust maken van bekkenbodemgevoel
  • trainen van (coördinatie van) spieren van bekken, bekkenbodem, buik en lage rug
  • mobiliseren/stabiliseren van bekken en lage rug
Ondersteuning van de oefentherapie middels:
  • inwendige palpatie
  • myofeedback. Meerwaarde van palpatie en myofeedback is het kunnen geven van optimale feedback over de uitgevoerde contractie en relaxatie.
  • functionele electrostimulatie (FES)
  • vaginale ballon (bij vaginisme)
Oefeningen om controle te (her)krijgen tijdens het vullen en het legen van blaas en rectum middels:
  • blaastraining
  • rectale ballontraining

Consult

Om te bepalen of er een indicatie is voor bekkenfysiotherapeutische behandeling, kan een verwijzer gebruik maken van het fysiotherapeutisch consult. Na een bekkenfysiotherapeutisch onderzoek volgt er een schriftelijk verslag met onderzoeksresultaten naar de verwijzer. De beslissing over het verdere beleid ligt bij de verwijzer.

Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

Sinds januari 2006 kunnen patiënten gebruik maken van Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie. Dit geldt ook voor bekkenfysiotherapeutische indicaties.

Voor de behandeling van stress urine-incontinentie (SUI) wordt gewerkt volgens de KNGF-Richtlijn 'Stress urine-incontinentie' en de LESA. Dit betekent dat in het geval van SUI dat hiervoor in principe geen directe toegankelijkheid mogelijk is, maar dat de patiënt(e) eerst terugverwezen wordt naar de huisarts.

Wetenschappelijke verantwoording

Waar mogelijk werkt de bekkenfysiotherapeut evidence based, dan wel consensus based. Conservatieve behandeling, bestaande uit uitleg, leefstijladviezen, toiletadviezen, blaastraining en bekkenbodemoefeningen (eventueel met behulp van biofeedback en/of elektrostimulatie of anale of vaginale ballontraining) is eerste keus behandeling bij stress- en/of urge urine-incontinentie en in geval van overactieve blaasklachten en klachten van colorectale aard zoals obstipatie of faecale incontinentie. In de meeste gevallen is bekkenfysiotherapie de eerste optie en pas als succes uitblijft wordt een operatieve ingreep overwogen.

Uit diverse onderzoeken is gebleken dat bij tijdige revalidatie van de bekkenbodemspieren na de bevalling, incontinentieklachten voorkomen kunnen worden en dat de kosten van bekkenfysiotherapie versus de kosten van incontinentiematerialen en operatieve ingrepen in het voordeel van de fysiotherapie uitvallen. Ook na een prostaatoperatie kan de periode met incontinentieklachten aanzienlijk worden verkort door het trainen van de bekkenbodem.

Op het gebied van bekkenpijn in de periode van zwangerschap en bevalling worden in Nederland momenteel verschillende wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd met verschillende vraagstellingen, waaronder wat de toegevoegde waarde is van een fysiotherapeutisch begeleidingsprogramma als aanvulling op het standaard beleid bij bekkenpijn en een inventariserend onderzoek naar de rol van de bekkenbodemspieren bij peripartum bekkenpijn. Recent onderzoek heeft een relatie aangetoond tussen lage rugklachten, bekkenbodemdisfuncties en bekkenpijn.

Een doelmatigheidsonderzoek aangaande efficiënte diagnostiek en behandeling heeft aangetoond dat bij faecale incontinentie bekkenfysiotherapie een eerste optie is, en pas als succes uitblijft een operatieve ingreep wordt overwogen.

Combinatie bekkenfysiotherapie en manuele therapie

Uit onderzoeken is bekend dat er een samenhang is tussen functiestoornissen in de LSWK en bekkengewrichten enerzijds en de bekkenbodem anderzijds. Deze patiëntencategorie wordt zowel door de manueel therapeut als door de bekkenfysiotherapeut gezien c.q. behandeld.

De specifieke kennis van de manueeltherapeut op het gebied van het functioneren van de gewrichten heeft veel raakvlakken met die van de bekkenfysiotherapeut. Echter daar waar de manueeltherapeut invloed uit kan oefenen op de functie van bekken en daarmee indirect ook op de bekkenbodemspieren, mist deze de specifieke kennis van het (dis)functioneren van de bekkenbodem en de inwendige organen en hoe deze te diagnosticeren en te beïnvloeden zijn.

Door het samenvoegen van beide specialismen heb ik een breed overzicht van de functies en disfuncties op het gebied van musculoskeletale aandoeningen in de gehele bekkenregio. Dit betekent dat u er verzekerd van kunt zijn dat uw patiënt de beste specialistische fysiotherapeutische zorg krijgt op het gebied van buik, bekken en lage rug.

Literatuurverwijzingen zijn op de NVFB site te vinden, zie: wetenschappelijke verantwoording.